Betaalbare trainingen voor OR, PVT en Cliëntenraad.

Gem. Beoordeling: 8,7
Zoeken

Rechtspraak: instelling van OR weegt zwaarder dan mogelijke vormfouten

Kunnen de rechten van een OR erkend worden als de ondernemingsraad volgens de bestuurder niet op de juiste wijze tot stand is gekomen? Dit was de kern van het conflict tussen een ondernemingsraad en een bestuurder. De OR wil erkenning als ondernemingsraad totdat er nieuwe verkiezingen gehouden worden. Maar de bestuurder stelt dat de OR niet door verkiezingen is ingesteld en daarom niet kan worden erkend als OR. Hij vindt dat de OR niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De kantonrechter deed hier op 7 februari 2024 een uitspraak over.

Het conflict tussen OR en bestuurder

Bij de organisatie is een titulair directeur in dienst. Hij is dus niet statutair aangesteld, maar geeft wel als operationeel directeur leiding aan het managementteam. In januari 2023 doet de directeur binnen de onderneming een oproep naar leden voor de ondernemingsraad, waarop zeven kandidaten zich melden. De HR-manager richt samen met deze zeven kandidaten een OR op, inclusief voorzitter en een reglement. Verder wordt een vergaderplanning gemaakt, net als plannen voor de kandidaatstelling en het organiseren van verkiezingen. In september 2023 worden kandidaten aan de organisatie voorgesteld als OR-leden.

Rond deze tijd gaan er geruchten binnen de organisatie dat deze misschien wordt overgenomen door een groter concern. De OR wil haar zorgen bespreken met de statutair bestuurder. Die was tot dat moment niet op de hoogte van het bestaan van een OR. De statutair bestuurder zegt dat de directeur geen OR in mocht stellen omdat hij geen bestuurder was in de zin van de WOR. Hij wil daarom de OR en alle bijbehorende rechten, zoals informatie-, advies- en instemmingsrecht, niet erkennen. De OR stapt naar de kantonrechter met het verzoek om voor recht te verklaren dat de statutair bestuurder de OR moet erkennen, ten minste tot wanneer er weer verkiezingen zijn gehouden.

Uitspraak rechter

De kantonrechter geeft de OR gelijk. Volgens de kantonrechter is er, ondanks het feit dat er mogelijke gebreken zijn in het verkiezingsproces, geen reden om de instelling van de OR terug te draaien of als niet rechtsgeldig te verklaren. Volgens de kantonrechter weegt de wettelijke verplichting van de onderneming om bij te dragen aan de instelling van een OR zwaarder dan mogelijke vormfouten in de instelling van deze OR. Een bestuurder kan dus niet zomaar een beroep kan doen op vormfouten bij de instelling van de OR. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid voor het medezeggenschapsproces bij hem. Als er bepaalde fouten zijn gemaakt tijdens het vormingsproces, dan is het uiteindelijk wel de bedoeling dat er een nieuw verkiezingsproces komt voor de instelling van een nieuwe OR.

Bron: Holla advocaten

De Academy nominatie beste opleider van Nederland 2022

Onze beloftes

Nieuwsbrief

Schrijf u in voor de gratis nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws over de OR Academy per mail.

Wilt u meer weten over ons aanbod, onze werkwijze of heeft u een andere vraag? Maak vrijblijvend een afspraak voor een telefonisch kennismakingsgesprek met een van onze adviseurs en informeer naar de mogelijkheden!

Vul uw gegevens in, dan bellen wij u zo spoedig mogelijk terug om een afspraak te maken. Als u een specifieke vraag hebt, kunt u dat hieronder vermelden.

Stuur een e-mail

Bel mij: