Thuiswerken
De respondenten kijken positiever naar het thuiswerken dan vorig jaar. Toen keek 66% positief naar het thuiswerken. Nu is dat 78%. Gevraagd naar welk werk het beste op kantoor en welke het beste thuis kan plaatsvinden, antwoorden geënquêteerden dat thuiswerken voor dagelijkse werkzaamheden de voorkeur geniet. Voor activiteiten als teamoverleg, (in)formeel overleg en contact met collega’s, trainingen, presentaties en het inwerken van nieuwe collega’s, is kantoor de beste werkplek. De vraag is nu wat de toekomst van werken op kantoor zal zijn. Zullen de kantoren leeg blijven staan? En wat gebeurt er met de relatie werknemer en organisatie? Zorgt werken op kantoor voor meer binding met de organisatie en met collega’s? Is dit ook met minder kantoordagen te bereiken?
Zeggenschap
In het onderzoek van de FNV gaat het ook over zeggenschap. Zo’n 30% van de respondenten geeft aan geen of te weinig zeggenschap te ervaren in waar het werk plaatsvindt. Maar liefst 63% vindt dat er een wettelijk recht moet komen op thuiswerken, zodat werknemers meer inspraak hebben. Zolang dat er niet is, kan de OR zich hier hard voor maken. U kunt het onderwerp op de agenda van de Overlegvergadering zetten. U kunt het ook naar voren laten komen als de thuiswerkregeling wordt besproken. De OR heeft dan een sterke positie, want hij heeft instemmingsrecht bij een thuiswerkregeling. Dit valt namelijk onder een regeling voor arbeidsomstandigheden (artikel 27, lid 1d van de WOR). Voordat de OR zich buigt over zo’n instemmingsverzoek, is het slim om de achterban te raadplegen. De OR kan daarmee de wensen en behoeften van de achterban inventariseren en bespreken met de bestuurder. De bestuurder doet er verstandig aan rekening te houden met de wensen van de werknemers. Tevredenheid van werknemers vertaalt zich namelijk vaak in een hogere motivatie en een lager ziekteverzuim.
Wilt u stilstaan bij de mogelijkheden van thuiswerken en de rol van de OR hierbij? Volg dan de workshop Aan de slag met thuiswerken.
Bron: FNV