Vrijwel alle organisaties moeten een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en een Plan van aanpak hebben. De RI&E is verplicht wanneer organisaties medewerkers in dienst hebben. Vanaf 1 juli 2022 worden er strengere eisen gesteld aan de RI&E. Dat komt doordat organisaties lang niet altijd een goede inventarisatie en evaluatie hebben van de arbeidsrisico’s in de organisatie. Vooral de toetsing van de RI&E en het Plan van aanpak moeten beter. De OR heeft instemmingsrecht bij de opzet om de RI&E uit te voeren en het plan van aanpak. De kwaliteit moet omhoog. De OR heeft een belangrijke taak om daar een bijdrage aan te leveren.
Eisen RI&E
Er zijn belangrijke criteria waaraan een RI&E moet voldoen. De risico-inventarisatie moet volledig en actueel zijn. Er moet gebruik gemaakt worden van de actuele wetenschappelijke inzichten. Bij actualiteit moet de organisatie ook de nieuwe techniek meenemen of de veranderde werkwijze op kantoor doordat medewerkers veel thuiswerken. De laatste normen of de arbocatalogus van de branche zijn van belang. Veel RI&E’s voldoen niet aan deze criteria. Ook komt het voor dat niet alles is geïnventariseerd en geëvalueerd. Daarnaast zijn er ook organisaties die helemaal geen risico-inventarisatie hebben. De bedoeling is dat vanaf 1 juli de betrouwbaarheid van de RI&E beter wordt. De toetsing moet beter.
Toetsing beter
In de meest bedrijven is het toetsen van de RI&E door een gecertifieerde kerndeskundige verplicht. Dit kan behalve de bedrijfsarts een deskundige met een eigen “specialiteit” zijn. Denk hierbij aan de veiligheidskundige, arbeidshygiënist en een arbeids- en organisatiedeskundige. Op 1 juli 2022 treedt voor de laatste drie deskundigen het nieuwe certificatieschema in werking. De bedrijfsarts valt als medisch specialist hier niet onder. Die moet een BIG registratie hebben als specialist arbeid en gezondheid. Bij het toetsen en adviseren over de RI&E wordt in dit het certificeringsschema onderscheid gemaakt tussen een systeemtoets en de scopetoets. Verder wordt een toetsingskader gegeven om te bepalen of de risico-inventarisatie volledig, betrouwbaar en actueel is. De kerndeskundige van wie de deskundigheid het beste aansluit bij de risico’s voert een systeemtoets uit. Daarbij wordt gekeken of alles dat wettelijk verplicht is beschreven. Met andere woorden: zijn de verplichte onderdelen opgenomen in de inventarisatie. Dit is geen inhoudelijke beoordeling of een opgenomen onderdeel aan de te stellen eisen voldoet. Met de scopetoets wordt bepaald of de RI&E voldoende ingaat op alle risico’s die zich voor kunnen doen. Is de inventarisatie goed uitgevoerd, de blootstelling objectief vastgesteld door bijvoorbeeld metingen, is de beoordeling van de risico’s goed uitgevoerd en zijn de juiste risico beperkende maatregelen opgenomen? De arbokerndeskundige die het betreffende risico als specialisme heeft voert de scopetoets uit. Dit om de kwaliteit van de adviezen te verhogen. Meer informatie over arbo en de risico-inventarisatie vindt u op het Arboportaal.